“Ik heb een keer gezegd dat ik vond dat het programma beter kon. Nou, daar stond ik met miene groete waffel, als post-punker tussen de baarden en lange haren,” lacht Ruud. "Ik was actief als vrijwilliger bij het OOC (een voorloper van Grenswerk en Perron 55, red.). We deden daar alleen maar dingen die we leuk vonden. Ik was een van de programmeurs, maakte zeefdrukken en speelde in bandjes."
"Zo rolde ik ook het Julianapark in. Alles deden we zelf; programmeren, opbouwen, afbreken. En ik was ook bezig met de techniek, hoe het achter zo’n podium moet verlopen. Toen dacht ik op een gegeven moment, ik kan ook aan de andere kant gaan staan. En sindsdien verdien ik er mijn geld mee."