Vanaf de 14e eeuw
In het middeleeuwse Venlo lagen diverse gasthuizen. Op deze plek stond het voormalige Sint Jorisgasthuis, waarvan alleen de kapel uit 1509 bewaard bleef.
Sinds de verhuizing van het gasthuis naar de Lohofstraat in 1626 wordt de kapel gebruikt door de protestantse gemeente van Venlo. Bouwmeester Pleun van Bolnes leidde de verbouwing in 1717-1718, waardoor het gebouw zijn huidige uiterlijk kreeg.
Op deze locatie
Sint-Jorisgasthuis
De Sint-Joriskerk is een protestantse kerk, die in 1718 de huidige vorm krijgt. De geschiedenis gaat verder terug, naar het begin van de zestiende eeuw. Het oudste deel van het bedehuis is het laatgotische koor. Oorspronkelijk was dit de kapel die bij het Sint-Jorisgasthuis hoorde. Het kerkje werd in 1632 aan de protestantse gemeenschap afgestaan en bleef vijf jaar in gebruik.
Belegering
In 1702 wordt Venlo een maandlang belegerd door de Republiek der Nederlanden. De Nederlanders lossen op 23 september enkele vreugdeschoten na een belangrijke overwinning elders op een slagveld. De schoten worden door de Frans-Spaanse bezetter van de stad opgevat als een hernieuwde opvoering van de belegering. Omdat het garnizoen niet nog een aanval kan afslaan, besluit men Venlo over te geven.
De nieuwe stadscommandant geeft de Sint-Joriskapel terug aan de protestanten. In 1704 wordt de kapel omschreven als de Lutherse kercke. In het begin van de achttiende eeuw geven de Staten-Generaal van de Nederlanden bevel tot uitbreiding van de kerk. De protestantse gemeenschap van Venlo is inmiddels flink gegroeid door de komst van Hollandse en Zwitserse troepen. Voor de uitbreiding worden bij het kapelletje gelegen huizen en tuinen aangekocht. Als bouwmeester wordt Pleun van Bolnes uit Dordrecht aangesteld.
Nieuwe ingang
In de tweede Wereldoorlog wordt het gebouw beschadigd. De restauratie volgt in 1950. De kerk krijgt dan een nieuwe ingang aan de na-oorlogse Sint-Jorisstraat.
Je raakt niet uitgekeken in Venlo
Beluister het fragment
Het verhaal van de Joriskerk