Interview Sef Derkx

De stadsdichter van 2023

26 januari 2023

Placeholder for UnknownUnknown

“Het is een enorme uitdaging,” zegt Sef Derkx, de eerste Venlose stadsdichter sinds 2016. “Ik schrijf al lang columns. Ik heb jaren voor het Limburgs Museum geschreven, en nu staat mijn column ‘Aevel’ wekelijks op de website van Omroep Venlo. Maar gedichten maakte ik veel minder, en dan vaak in opdracht.”

“Maar ik dicht graag. Je hebt veel meer vrijheid en kunt meedrijven op de stromen van woorden. Die columns doe ik heel geconcentreerd. Ik laat ze even liggen, laat mijn vrouw ernaar kijken, draai vervolgens de schroefjes aan. Een column is de kunst van het weglaten. Je hebt te maken met karakters, spaties tellen mee. Het moet logisch zijn, een begin en een eind hebben. Maar een gedicht, daar kan ik mee ‘froemele’.”

“Ik heb eigenlijk heel weinig tijd om voor mezelf te schrijven. Voor mijn columns en andere opdrachten ben ik namelijk ook veel tijd kwijt met studeren, het lezen van archiefstukken bijvoorbeeld.” Waarom schrijven voor anderen beter lukt dan voor hemzelf? “Schrijven in opdracht heeft die heerlijke deadline. Ik wil daarom ook voor mijn stadsgedichten een deadline. Dat doe ik voornamelijk voor mezelf. Een deadline is toch net als iemand die op de deur klopt,” schetst Sef.

“Ik weet op dit moment eigenlijk niet wat een stadsdichter voor een stad kan betekenen. Ik moet er zelf vorm en inhoud aan gaan geven. Samen met anderen. Poëzie kan mensen in het hart raken. Een gedicht dat ik in coronatijd schreef voor ‘Venlo mien hert’, werd verfilmd door de gemeente, voorgedragen door Huub Stapel.” Dat woorden emoties met zich meedragen en gewicht hebben, ervaart Sef geregeld. “Ik spreek vaker op gelegenheden, waaronder ook uitvaarten. Als ik bij een afscheid van iemand over diegene vertel, raakt het niet alleen de mensen maar ook mijzelf. Dan sta ik met zo’n steen in m’n maag dat ik zelf ook bijna niet meer kan praten.”

“Wat ik meeneem uit mijn column naar mijn gedichten is dat ze doorspekt zijn met een Venlose tongval. Het dialect is machtig interessant. We wonen namelijk in een gemeente met een hele duidelijke dialectgrens. Bij de Wylderbeek wordt ‘kald’ ineens ‘káad’. Fascinerend.”

De Venlose identiteit zal sowieso onderdeel worden van zijn stadsdichterschap, belooft Sef. Dat betekent echter niet dat hij met een roze bril naar Venlo zal kijken. “Ken je het Duitse spreekwoord ‘Was sich liebt, das neckt sich’? Je moet absoluut kunnen ‘näöle’ en ‘greeke’. Nee, het wordt geen hallelujah met kringelende wierook maar ook ‘aek’ en andere zurigheid.”

Dat betekent niet dat Sef niet trots is op zijn stad, integendeel. “Ik ben gefascineerd door het Venlo van na de Tweede Wereldoorlog. De moed van de mensen om hun stad, die volledig in puin lag, weer op te bouwen. Met heel veel moeite en ontberingen werd Venlo weer een stad. Dat verhaal is in feite een liefdesverklaring aan Venlo. Verhalen en gedichten vloeien als het ware samen. Venlo is een stad van verhalen. Die schrijf ik wekelijks. Het is een uitdaging om met gedichten erover aan de slag te gaan.”

En de toekomst? “Ik kijk ernaar uit om met mensen kennis te maken die op een andere manier met poëzie bezig zijn. Het nieuwe ontdekken is belangrijk, want we zijn geworteld in het verleden maar ons vizier moet natuurlijk op de toekomst gericht zijn. Ik popel om als stadsdichter te beginnen.”


Meer lezen over de stadsdichter.